De wijnstreek biedt veel aan de pelgrims

Dag 10 van Reims naar Mardeuil 32 km.

Gisteren een beetje later geworden omdat er om 22 uur bij de kathedraal een lichtshow gegeven werd op de voorgevel. De investering was niet tevergeefs. Dus laat op bed voor een pelgrim, die goed moet uitrusten. Om half acht stond het ontbijt klaar. Niets verrasends, gewoon stokbrood met marmelade, koffie thee en orange. Maar wel zoveel als ik wilde. Gezien het programma van vandaag dus goed eten, want onderweg is niets te verwachten of er moete extra kilometers gemaakt worden. En zo bleek ook. In Reims even langs de Maas, maar daarna weer snel de bossen in, waar meer tractoren hebben gereden, dan pelgrims hebben gelopen. Want wat zoek je daar. Je kunt niet genieten van de streek, je hebt alle aandacht nodig voor de ondergrond, die nat is met grote plassen en door de sporen zeer ongelijk. Daarnaast blijft het natuurlijk opletten omdat ik bij de "weinig opvallende Y-splitsing met rechts en grote eik" rechtsaf moet, "tot aan een open plek met een huis". Na zo'n 5 km dan toch de polder in. Wat heet de polder, een landschap dat je in gedachte hebt als je de champagnestreek doorkruist. Veel druiven, waarvan allemaal wijn gemaakt wordt zo neem ik aan. Zowel blauwe als witte druiven. Vooral de grote wijnvelden doen mij weer sterk denken aan de streek in Spanje waar ik vorig jaar mijn camino vond. In Logroño, de hoofdstad van de Rioja wijn. Het zullen de kenners wel zeggen welke wijn het beste is, de Rioja of de Moët en Shandon in de champagnestreek. Misschien is alles lekker voor de liefhebbers. Ik zie overigens dat Bacchus ook een druivensoort is. Ik loop door Hautvillers, nooit van gehoord dat dit "De Parel van de Champagestreek" wordt genoemd. Meer dan 100 uithangborden over de wijnen sieren het dorp. Ik wil echter doorlopen naar Mardeuil. Daar is een camping volgens het boekje. Daar moeten mogelijkheden zijn om te slapen. Echter wel twee km van de route. Dat moet er dan maar bij kunnen. De camping is open tot september. Om kwart voor vijf meld ik me. Ja op veldje 2a kan een tentje gezet worden. Zij kunnen niet weten dat ik geen tent bij me heb, ik wel. Ik wordt verwezen naar een nabijgelegen hotel. Niet de bedoeling, dus een oplossing gezocht. Ik mag me douchen en de was doen bij de wastrommels en de droger. Die ruimte blijkt nog gelegenheid te bieden tot meer, dus ook slapen. Ik wil van mijn overbodige bepakking af dus zoek een Nederlandse campinggast. Gevonden om mijn spullen achter te laten als ik ga douchen en eten. Dan natuurlijk ook daarna een kop koffie en even bijpraten. En mijn kleren op hun droogrek gehangen. Ik mag op haar stoel, en zij op en krukje!! Ze komen uit Lelystad en zijn uiteraard ook in De Tuinen geweest. Zij hebben geen losse stoelkussens om op te slapen. Geen probleem, die heb ik al bij andere Nederlanders op de achterbank van de auto zien liggen, die hebben ze dus niet nodig en mag ik gebruiken. Ze zijn morgen niet vroeg op, maakt niet uit, ik leg ze wel onder de luifel. Op dit moment van schrijven, 23 uur 16 komt de security langs om te kijken waarom er nog licht is. Mijn betalingsbewijs voor vak 2a overtuigt hem van mijn goede wil.
Hoe ik de nacht doorbreng weet ik nu nog niet, maar morgen ga ik de eerste week volmaken.